Burgemeester van der Dussenplein
7551 EB Hengelo
Bevrijdingsmonument Stadhuis
Voor het stadhuis staat het bevrijdingsmonument, ontworpen door Pieter de Monchy.
Grafkelder
Direct na de oorlog werd een ‘noodmonument’ aangelegd in de vorm van een grafkelder. Deze werd geplaatst achter of bij het toenmalige klooster aan de Thiemsbrug, of tegenover het gesloopte stadskantoor, waar nu het appartementencomplex op de Thiemsbrug stond. Het monument bevatte twee tekstplaten:
Voor alle gevallenen in Nederland, met de tekst: ter herdenking van hen die voor onze vrijheid stierven 1940-1945
Voor alle gevallenen in Nederlands-Indië met de tekst: ter nagedachtenis aan hen die vielen in Nederlands-Indië 1941-1950
In deze grafkelder was een urn ondergebracht met menselijke as uit het concentratiekamp Neuengamme. Deze was beschikbaar gesteld door de architect Koning.
Bevrijdingsmonument
De ‘Erewacht voor gevallenen’ vond het noodzakelijk om zo spoedig mogelijk een echt monument te hebben. Zij brachten dit in 1949 onder de aandacht van de toenmalige Hengelose bestuurders.
Op dat ogenblik werden er al plannen ontwikkeld voor een nieuw stadhuis, precies achter het oude gemeentehuis. De nieuwe fontein voor dit stadhuis leek een goede plek. De architect van het stadhuis, Berghoef, ging akkoord. Het beeld werd gemaakt door Pieter de Monchy en betaald uit giften. De urn uit het noodmonument werd onderin de fontein herplaatst, onder de koperen plaat in het bassin
Pieter de Monchy
Op 23 april begon deze staking onder arbeiders in een machinefabriek te Hengelo en verbreidde zich al snel onder andere werknemers in Twente. Als represaille werden door de Duitsers 24 inwoners van Hengelo ter dood veroordeeld. In totaal stierven er door de stakingsactie 80 mensen en werden er honderden gevangen genomen.
De Monchy, geboren in 1916, kreeg de opdracht het beeld te maken dat verschillende boodschappen in zich droeg. Het moest duidelijk maken dat de gevallen in de oorlog het grootste offer brachten en dat de overlevenden dankbaarheid aan hen zijn verplicht. Bovendien moest het beeld overbrengen dat vrijheid een gemeenschappelijk goed is, iets wat we alleen samen kunnen waarborgen. De kunstenaar ging voor deze opdracht op zoek naar een symbool dat voor iedereen begrijpelijk en artistiek verantwoord was. Als hoofdmotief koos hij het Latijns christelijke kruis. Dit wordt gevormd door de kleine horizontale sokkel en de langere verticale lijn die aan de bovenzijde overgaat in twee geopende handen. Het kruis heeft in de bijbel de betekenis van ‘het lijden’, maar de vogel die door de handen wordt vrijgelaten, verwijst in het christendom – en in andere contexten – naar vrede en vrijheid. Door de combinatie van het kruis en de vogel heeft de Monchy op een prachtige wijze de elementen ‘offer’ en ‘vrijheid’ gecombineerd. In het waterbassin waarin dit beeld geplaatst is, wordt het kruis weerspiegeld en lijkt daardoor langer en zelfs oneindig te zijn.
Ontwerper De Monchy geeft als omschrijving: ‘Duiven. Een zwaluw maakt nog geen zomer, maar een duif kondigt vrede aan. Sinds Noach een duif uitliet om te verkennen of de wereld na de grote vloed weer bewoonbaar was, is de duif een symbool geworden voor goede tijdingen. Goede tijdingen zijn in deze wereld meestal het uitbreken van de vrede. Men zou de duif het lam onder de vogelen kunnen noemen’. De ingegraveerde tekst in bronskleurige letters, ‘Ons de vrijheid te hergeven vroeg het offer van hun leven’, op het muurtje van de vijver van het monument is van de Hengeloër Jan Lammertink.
Vorm en materiaal
Het herdenkingsmonument in Hengelo is een gestileerd, natuurstenen beeld van twee handen die een duif vrijlaten. Het beeld is geplaatst in een vijver. In het bassin onder de fontein is een urn ingemetseld. In de urn bevindt zich de as van een onbekend slachtoffer uit het concentratiekamp Neuengamme. Het gedenkteken is 3 meter 50 hoog, 1 meter 40 breed en 1 meter 40 diep.
Voor de dodenherdenking van 2009 is de tekst op het muurtje van het monument weer leesbaar gemaakt en is er een bronzen plaatje toegevoegd dat aangeeft dat De Monchy het monument heeft gemaakt en er op wijst dat zich in de bodem van de vijver een urn bevindt van een onbekend slachtoffer van een concentratiekamp. Vroeger gaf een bronzen kruisje op de vijverbodem de locatie van de plek aan, maar die is verdwenen en nooit meer teruggevonden.
Onthulling
Het monument is onthuld op 3 april 1965 door minister-president mr. Marijnen. Het monument wordt ieder jaar door een andere basisschool geadopteerd.