Enschedesestraat 1
7551 EE Hengelo
Lambertusbasiliek
De kerk werd in 1888-'90 gebouwd naar ontwerp van G. te Riele op de plaats van een voorganger uit 1857. deze voorganger was de tweede Lambertusbasiliek. De eerste stond, tot 1835, op de huidige oude begraafplaats aan de Bornsestraat. De vormgeving van de kerk is geïnspireerd op de late Nederrijnse gotiek.
Bij de bombardementen op Hengelo tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef de Lambertuskerk grotendeels gespaard, terwijl de binnenstad grotendeels door de geallieerde bommen werd vernield.
Aangelicht
De basiliek is 's avonds prachtig aangelicht. Zeker de moeite waard om eens te bekijken. De basiliek is opgenomen in een fiets/autoroute: De Verlichte Route Hengelo. In deze route vind je verschillende mooi aangelichte objecten in Hengelo.
Symbool van Hengelo
De Lambertus is het symbool van Hengelo. Om te beginnen door de locatie. Hier mogen katholieke Hengeloërs aan het eind van de achttiende eeuw een eigen kerk bouwen. Hoewel protestantse dorpsgenoten bijdragen, blijven de regels streng. Het bedehuis mag niet als katholieke kerk herkenbaar zijn en wordt verbannen naar de rand van de dorpskom.
Hoe anders is de wereld een eeuw later. Vanaf omstreeks 1860 verandert Hengelo in een geavanceerde industriestad. De machinefabriek Stork brengt vanaf 1868 naast werk een uitgebreid stelsel van sociale voorzieningen. De bevolking groeit, het dorp breidt sterk uit. Opeens staat de Lambertus in het midden van de stad. De schuurkerk wijkt in de jaren 1888-1890 voor een neogotisch bedehuis van ongekende afmetingen. Dan het grootste niet-commerciële bouwproject, met een toren van bijna 80 meter hoog.
Even dreigt dat laatste niet te gebeuren. Aangejaagd door wat inmiddels ‘Hengeler Weend’ heet, willen pastoor en kerkbestuur de grootste kerk van Twente. Hun ambitie overtreft echter de maat van hun portemonnee. Om de kosten te drukken, willen ze de bouw van de toren uitstellen. Dat gaat de gelovigen te ver. Dit is Hengelo, hier hoort de hoogste toren van Twente! Met inzamelingsacties brengen ze het geld bijeen. De toren komt er, mét de kerk.
‘Sociale beteekenis’
Het project trekt de aandacht van de priester Alphons Ariëns, kapelaan te Enschede en grondlegger van de katholieke arbeidersbeweging. Eind juli 1890, even voor de inwijding, bezoekt hij de nieuwe Lambertus. Diep onder de indruk schrijft hij er een artikel over in de katholieke krant De Tijd. Hij bewondert de kerk, maar meer nog het onderliggende ideaal. 700 arbeidersgezinnen hebben de voor die tijd indrukwekkende bouwsom van 170.000 gulden bijeengebracht. ArIëns legt uit:
‘Waar vindt men veel fabrieksarbeiders die f 500, f 1000 en meer nog opzij weten te leggen? Dat dit in Hengelo voorkomt, is, naar ik meen, hoofdzakelijk te danken aan de schrandere humaniteit van den heer Stork, die èn door zijn participatie-systeem èn door zijn spaarbank (5 pCt) van zijn beste arbeiders (als ik zoo zeggen mag) kleine kapitalisten weet te maken. Een zaak van buitengewoon sociale beteekenis!’
Met andere woorden: zonder Stork geen Lambertus. Zo wordt het gebouw tot argument in Ariëns’ vreedzame strijd voor de rechten van de arbeider. Hengelo bewijst dat het kan: een ondernemer die uitblinkt door ‘schrandere humaniteit’ leidt zijn arbeiders naar materieel en geestelijk welbevinden. De nieuwe kerk belichaamt Storks geest van sociale vooruitgang. Ariëns neemt het idee mee naar zijn woonplaats: in 1892 sticht hij Providentia, spaarbank voor de katholieke arbeiders van Enschede.
Koppelteken
In de Lambertus komen de grondpatronen van de Hengelose historie samen: zelfbewustzijn, compassie, ambitie en gemeenschapszin. Des te meer op 6 en 7 oktober 1944. Geallieerde bombardementen vegen het stadshart van de kaart. In de kerk spatten de glas-in-loodvensters uiteen, een bom slaat door het dak maar ontploft niet. Terwijl de binnenstad brandt en veel mensenlevens betreurt, slaan overlevenden huisraad op in de kerk. Aangeslagen en beschadigt blijft het gebouw getuigen van onverzettelijkheid.
Als de wederopbouw na de oorlog een nieuw stadshart creëert, geldt de Lambertus als een van de ankerpunten. Het gebouw krijgt er een functie bij: het belichaamt de continuïteit van de stad en werkt als koppelteken tussen het verdwenen en het nieuwe Hengelo. In de kerk zelf krijgt Sint Lambertus, een eigen venster. Op de achtergrond brengt glazenier pater Raymond van Bergen de contouren van de industriestad aan.
Gedeeld verleden, gezamenlijke toekomst
Maar de waardering wisselt nog. Omstreeks 1970 tekent een projectontwikkelaar een warenhuis op de plek van de Lambertus. Het wil er bij menig Hengeloër niet in. Van de Lambertus blijf je af. De discussie eindigt als de Lambertus in 1976 een plek verwerft op de Rijksmonumentenlijst. Langzaamaan wordt Hengelo trots op het gebouw waarmee het door een lange gezamenlijke historie is vergroeid. Gemeente en IJsselmij zetten er in 1990, als de kerk een eeuw bestaat, een lichtinstallatie omheen. Voortaan mag de Lambertus ook in donkere uren worden gezien.
Straks is de kerk opnieuw en veel verfijnder aangelicht. Door ook de veelkleurige glad-in-loodvensters van binnenuit te verlichten, straalt het gebouw warmte en geborgenheid uit naar de vernieuwde binnenstad. Het maakt de Lambertus nog meer tot symbool van Hengelo: de benen stevig op de grond, hartelijk en vooruitstrevend, en onophoudelijk dromend van een betere toekomst.